Spelen met licht

Voor fotograferen hebben we licht nodig. Je krijgt hierbij te maken met twee typen licht: hard licht en zacht licht.

Bij het maken van een foto kun je op veel manieren spelen met het licht, of het nu zonlicht, lamplicht, kaarslicht of tegenlicht is, je kunt met het licht altijd wat.

Wist je dat het woord fotografie is afgeleid van het Grieks en letterlijk betekent ‘schrijven met licht’.

Bij natuurlijk licht ben je afhankelijk van het weer, het jaargetijde en het tijdstip van de dag waarop je gaat fotograferen. Als je binnen fotografeert kun je te maken krijgen met kunstlicht. Kunstmatig licht geeft zijn eigen kleur af waar je ook weer rekening mee moet houden.

Met het fotograferen kun je met behulp van het licht diverse stemmingen vastleggen op je afbeelding. Het is dan ook heel leuk om met het fotograferen je te laten uitdagen door het licht en op die manier creatieve magische foto’s te maken.

Spelen met licht

Je moet je er wel altijd terdege van bewust zijn wat het licht doet met de foto.

Dit kun je bereiken door veel te oefenen met de diverse vormen van licht en daarna je foto’s kritisch te bekijken.

Direct licht / hard licht

Direct licht komt van één punt, dit kan zijn de zon (vooral midden op de dag), een lichtspot of je flitser. Deze kleine lichtbronnen schijnen direct op je onderwerp. Hierdoor krijg je harde donkere schaduwen en kun je overbelichte lichte plekken op je foto krijgen. Details kunnen zowel in de donkere als in de lichte delen op je foto verloren gaan. Dit licht noemen we hard licht.

Op zonnige dagen is het belangrijk om niet op het midden van de dag te fotograferen, je kunt dan beter vroeg in de ochtend of aan het eind van de middag, in het gouden uur erop uit trekken om mooie foto’s te maken.

Diffuus licht / zacht licht

Bij diffuus licht heb je te maken met egaal licht zonder harde schaduwen. Het licht valt van alle kanten op je onderwerp, de schaduwen zijn heel licht of ontbreken helemaal en je hebt geen last van reflectie.

Een voorbeeld van diffuus licht is mist. Maar ook bij een zwaar bewolkte hemel wordt het onderwerp door de gehele lucht verlicht. De schaduw van een onbewolkte dag geeft ook diffuus licht. Ze geven allen dan diffuus of wel zacht licht.

Bij mist werken de lichtdeeltjes als filters die het contrast verminderen en de kleuren verbleken. Bij dit zachte licht kunnen je foto’s vlak worden. Maar gebruik je het licht goed en kies je het juiste onderwerp dan kan fotograferen met dit natuurlijke licht ook een zacht en bijzondere sfeer op je foto geven.

Voor zacht licht kun je ook het licht van de zon achter de wolken of achter bomen gebruiken. De wolken of de bomen filteren het zonlicht, waardoor het licht diffuus / zacht wordt. Je kunt met deze belichting mooie foto’s maken, vooral van onderwerpen die zich op korte afstand van je bevinden.

Bij het nemen van foto’s op een onbewolkte dag in de schaduw is er een laag contrast en neigt de kleur naar blauw.

Diffuus licht kun je gebruiken om schaduwen te verzachten op je foto. Ook bij portretfotografie kan diffuus licht je foto ten goede komen. Onregelmatigheden op de huid worden minder weergegeven op je foto bij gebruik van diffuus licht.

Uit welke hoek komt het licht

Het is altijd belangrijk om te kijken van welke kant het licht komt, zodat je hier rekening mee kunt houden bij het maken van je foto.

Licht achter de fotograaf

Als de zon schijnt kun je er het best voor zorgen dat je de zon in je rug hebt. Op deze manier kun je het makkelijkste een foto maken, omdat het licht meestal goed op je afbeelding werkt, de kleuren zijn helder en de contrasten duidelijk.

Met deze belichting is het wel moeilijk om iets extra’s in je foto te brengen.

Licht achter het onderwerp / tegenlicht

Licht achter het onderwerp, dus tegenlicht, kun je afhankelijk van het effect dat je wilt bereiken wel of niet gebruiken. Foto’s maken met tegenlicht is niet de makkelijkste vorm van fotograferen, maar in sommige situaties kun je er je voordeel mee doen.

Het kan ook voorkomen dat je het onderwerp dat je op de foto wilt zetten maar vanuit één punt kunt nemen en hierdoor alleen maar de het onderwerp met tegenlicht kunt fotograferen. Neem gerust een of nog liever een paar foto’s en laat het resultaat aan het toeval over. Achteraf kun je bekijken hoe de foto is geworden. Valt het tegen dan kun je wellicht als je de foto in RAW hebt genomen nog het een en ander corrigeren.

Licht weerkaatst en daar kun je bij het foto’s nemen gebruik van maken. Speel met deze extra waarde die je aan je foto toe kunt voegen. Het kan ook zijn dat je een foto neemt en achteraf blijkt dat je door reflectie van zonlicht in een ruit of op een witte muur onbewust een heel aparte sfeer op je foto hebt gecreëerd.

Bij een zonsondergang heb je ook te maken met tegenlicht. Dit licht kan je zeer mooie foto’s opleveren. Een ondergaande zon in zee is fantastisch om te fotograferen. Een zonsondergang in de natuur, met wat bomen of struiken of iets anders op je afbeelding is ook erg mooi. De silhouetten en/of oplichtende randen die je door het tegenlicht van de zonsondergang krijgt kunnen ook een extra waarde aan je foto toevoegen.

Bij het fotograferen met tegenlicht moet je er natuurlijk wel goed op letten dat het licht wat je gebruikt niet te fel is. Maar het gebruik van tegenlicht bij fotograferen is echt de moeite waard om eens mee te experimenteren, want tegenlicht kan een extra dimensie aan jouw foto geven.

Licht van opzij

Als je zijverlichting gebruikt is het afhankelijk van hoe de lichtbron op je onderwerp valt welk deel van je onderwerp verlicht wordt en waar de schaduwen ontstaan.

Bij zijlicht kan het licht alleen van opzij komen, maar het kan ook dat het licht deels van opzij en deels van voren komt.

Als het licht van precies opzij komt dan geeft de belichting op je onderwerp ieder oneffenheid weer door middel van de schaduw die deze zijverlichting geeft op je onderwerp. Je kunt de structuur van het onderwerp dan goed zien, wil je dit op je foto vangen dan is dit licht prima.

Komt het licht deels van opzij en komt het deels van voren dan geeft dit schaduwen die vaak diepte op de foto geven.

Met zijlicht fotograferen is niet makkelijk, maar als het lukt kun je vaak dramatische effecten op je foto creëren. Bij de portretfotografie bijvoorbeeld geeft zijlicht verschillend licht en extra schaduwen op het gezicht. Dit kan gelaatsuitdrukkingen benadrukken en daardoor een extra diepte geven aan je foto.

Kunstmatige verlichting

Kunstmatige verlichting is bijvoorbeeld de binnenverlichting, kaarslicht of de flitser van je camera.

Elk type kunstlicht geeft zijn eigen kleur af. Zo geeft TL-verlichting bijvoorbeeld een harde groen-blauwe kleur, een gloeilamp en kaarslicht geven een gelig-rode kleur.

Bij kunstlicht gebruik je een groter diafragma, een langere sluitertijd en een hogere ISO-waarde.

Zorg wel bij het gebruik van kunstlicht om je witbalans aan te passen. Het kan zijn dat deze automatisch wordt aangepast, maar je kunt het ook altijd handmatig instellen.

Bij het nemen van de foto dien je dus rekening te houden welke kleur de lichtbron afgeeft. Blijkt achteraf de kleurbalans toch niet goed te zijn op de foto, dan kun je dit nog op de computer bijwerken.

De flitser van je camera kun je in vele situaties eenvoudig en goed gebruiken.

De ingebouwde flitser heeft wat nadelen. Zo heb je bij de ingebouwde flitser vaak last van een rode-ogen-effect. Met de huidige fotosoftware kun je de rode ogen wel weer makkelijk verwijderen.

Bij het fotograferen met een ingebouwde flitser moet je ook rekening houden wat de draagwijdte van de flitser is. De meeste ingebouwde flitsers zijn niet sterk genoeg om verder dan 10 meter goed licht te verspreiden voor je foto.

Bij een externe flitser heb je geen last van rode ogen. En bij het kopen van een externe flitser kun je bepalen hoe krachtig hij moet zijn, dus hoever je wilt kunnen verlichten.

Je kunt echter alleen een externe flitser gebruiken als je camera daarvoor is uitgerust.

Moraal

Maak veel foto’s en durf te spelen met de verschillende soorten licht en experimenteer hierbij met je camera, gebruik daarbij het onverwachte. Bekijk je resultaten kritisch en bepaal voor jezelf wat je wel en niet mooi vindt, met welk licht je de mooiste foto’s maakt, enzovoorts.

Met de belichtingsdriehoek (diafragma, sluitertijd en ISO) kunnen we zelf bepalen hoe we het onderwerp gaan belichten. Wanneer je een van deze drie elementen van de belichtingsdriehoek aanpast heeft dit direct invloed op de andere elementen.

Als je de camera op handmatige instelling zet, dan heb je nog meer invloed op het uiteindelijke resultaat.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in